De Teamleider Infrastructuur, Gebouwen en Gronden van de Domein Openbaar Gebied van de gemeente Hardenberg;

gelet op artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, waarin is bepaald dat de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of een verbod ontstaat of wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

gelet op artikel 12 van deze algemene maatregel van bestuur, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, waarin de verkeerstekens worden genoemd, waarvan de plaatsing of verwijdering dient te geschieden krachtens verkeersbesluit;

Overwegende:

-dat de gemeentelijke wegencategorisering is opgenomen in dit GVVP;

-dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

-dat als gevolg van Europese wet- en regelgeving Nederland dient te voldoen aan luchtkwaliteit doelstellingen, te weten het verminderen van de uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide;

-dat de gemeente Hardenberg het realiseren van deelmobiliteit in haar GVVP opgenomen heeft als maatregel om aan de Europese normen te kunnen voldoen;

-dat de keuze voor een duurzame manier van verplaatsen, zoals het gebruik van bijvoorbeeld (elektrische) (deel)auto's hierbij zoveel mogelijk wordt gestimuleerd;

-dat het aanbieden van een exclusieve parkeerplaats voor deelauto’s goed past bij het vastgestelde mobiliteitsbeleid van de gemeente;

-dat gedeeld autogebruik een middel is om reductie van de groei van automobiliteit te realiseren;

-dat het doel van dit systeem is om door middel van selectief autogebruik het autobezit te laten afnemen;dat autodelen bijdraagt aan het terugdringen van het aantal (geparkeerde) auto's;dat daarmee prioriteit wordt gegeven aan vormen van mobiliteit die, zowel rijdend als stilstaand, het meest ruimte-efficiënt en duurzaam zijn;

-dat deelmobiliteit een goede aanvulling kan zijn van het openbaar vervoer;

-dat op station Mariënberg naast het aanbieden van deelfietsen (OV-fiets) het aanbieden van een deelauto de ketenreis nog aantrekkelijker maakt;

-dat het gekozen deelauto concept aansluit bij nationale systemen;dat naast bezoekers en openbaar vervoerreizigers ook onze inwoners gebruik kunnen maken van deze deelauto;

-dat het, om een optimale benutting van de parkeergelegenheid te garanderen voor een deelauto en om de vindbaarheid van die deelauto te waarborgen, wenselijk is om een parkeerplaats herkenbaar te reserveren voor het exclusieve gebruik door de betreffende deelauto;

-dat door middel van het plaatsen van een verkeersbord, met een onderbord, een parkeervak gereserveerd kan worden voor een groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;

-dat het op grond van artikel 24, lid 1 sub d, ten 1e van het RVV 1990 verboden is voor een bestuurder om zijn voertuig te parkeren op een parkeergelegenheid voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen;

-dat Greenwheels een bedrijf is dat zich richt op het autodelen;

-dat de deelauto van Greenwheels dan ook als zodanig herkenbaar moet zijn;dat de herkenbaarheid van de deelauto gewaarborgd wordt door de te gebruiken deelauto te voorzien van bestickering in de vorm van symbolen en de tekst ‘Greenwheels’;

-dat gezien bovenstaande overwegingen een parkeerplaats voor een deelauto wordt gereserveerd op het parkeerterrein van station Mariënberg;

-dat dit gerealiseerd wordt door middel van het plaatsen van bord E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst; ‘deelauto Greenwheels’;

-dat het parkeervak alleen door een deelauto van Greenwheels gebruikt kan worden en dat de hoeveelheid parkeerruimte op dit parkeerterrein voor andere voertuigen daardoor afneemt;

-dat het belang van het stimuleren van het gebruik van deelauto’s prevaleert boven het verlies aan parkeergelegenheid;conform artikel 12 van het BABW voor het instellen van de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen een verkeersbesluit is vereist;

-dat de in dit besluit genoemde verkeersmaatregel strekt tot de volgende in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belangen:

het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik;

- dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding is bij deze verkeersmaatregel, maar in dit geval van ondergeschikt belang wordt geacht;

-dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer overleg heeft plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district IJsselland, daartoe gemandateerd door de Korpschef en hij akkoord is met de voorgestelde maatregelen;