• Home
  • Bekendmakingen
  • Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage Oekraïense vluchtelingen gemeente Hardenberg

Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage Oekraïense vluchtelingen gemeente Hardenberg

Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Link naar originele publicatie:
Deze link gaat naar een andere site
Type bekendmaking:
beleidsregel
Publicatiedatum:
09-10-2025



Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage Oekraïense vluchtelingen gemeente Hardenberg

 

Artikel 1 Begrippen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Regeling: Regeling Opvang Ontheemden Oekraïne (RooO).

    • b.

      Belanghebbende: de Oekraïense vluchteling zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Regeling.

    • c.

      Leefgeld: de maandelijkse financiële toelage zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 onder b en artikel 12 lid 1 van de Regeling.

Artikel 2 Doelgroep en voorwaarden

  • 1.

    Recht op leefgeld heeft de belanghebbende, die verblijft in een gemeentelijke- of particuliere opvang in de gemeente Hardenberg.

  • 2.

    Geen recht op leefgeld heeft de belanghebbende, die:

    • a.

      inkomsten uit werk of uitkering ontvangt die gelijk of hoger zijn dan 115% van het leefgeldbedrag waar het gezin recht op heeft waar de belanghebbende aan toebehoord. Dit geldt alleen voor een meerderjarige.

    • b.

      verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning.

    • c.

      tevens de Nederlandse nationaliteit bezit.

    • d.

      een gezin vormt met iemand met de Nederlandse nationaliteit.

    • e.

      van wie rechtens de vrijheid is ontnomen.

    • f.

      aan wie de tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming;

    • g.

      28 dagen niet op de opvang is verschenen zonder dit als wijziging door te geven;

 

Artikel 3 Aanvraag

De belanghebbende vraagt het leefgeld voor zichzelf en/of zijn gezinsleden aan door het aanvraagformulier ‘leefgeld’ in te dienen bij de gemeente. De aanvraag wordt gedaan conform de regels van de Awb.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1.

    Het leefgeld wordt verstrekt met ingang van de eerste dag van verblijf in de gemeente.

  • 2.

    Het leefgeld wordt verstrekt per volledige maand, zonder berekening naar rato van het aantal dagen waarin de belanghebbende aan de voorwaarden voldoet, met uitzondering van de ingangsdatum van het leefgeld.

  • 3.

    De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de Regeling voor ontheemden in een gemeentelijke opvang of artikel 12 van de Regeling voor ontheemden in een particuliere opvang.

  • 4.

    Aan de belanghebbende die langdurig zorg nodig heeft in een kliniek of ziekenhuis wordt op basis van artikel 10 lid 7 van de Regeling leefgeld voor kleding en persoonlijke uitgaven, zoals bedoeld in artikel 10 lid 3, uitgekeerd.

  • 5.

    De uitbetaling vindt maandelijks plaats op de eerste werkdag van de maand via een Nederlandse bankrekening of een BNG Prepaid pinkaart.

  • 6.

    In afwijking van onder lid 5 genoemde kan contante betaling plaatsvinden als het openen van een Nederlandse bankrekening (nog) niet mogelijk is of als klant nog niet in het bezit is van een BNG prepaid pinkaart.

 

Artikel 5 Wijzigingen

  • 1.

    De belanghebbende geeft wijzigingen die van invloed kunnen zijn op het recht op opvang of leefgeld binnen een termijn van 14 dagen door aan de gemeente.

  • 2.

    Onder wijzigingen wordt in elk geval verstaan:

    • a.

      het ontvangen van inkomsten uit werk of uitkering;

    • b.

      een wijziging in de gezinssamenstelling;

    • c.

      het voordoen van een situatie zoals bedoeld in artikel 4 en artikel 7, eerste lid van de Regeling. Zie ook artikel 2, lid 2 van deze beleidsregels.

 

Artikel 6 Buitengewone kosten

  • 1.

    Op grond van artikel 11 van de Regeling kan een belanghebbende een vergoeding voor buitengewone kosten ontvangen.

  • 2.

    De voorwaarden van artikel 2 lid 1 van deze beleidsregel en artikel 11 van de Regeling zijn van belang voor het toekennen van een verstrekking van buitengewone kosten.

  • 3.

    Onder buitengewone kosten vallen in elk geval de reiskosten die een belanghebbende maakt naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

 

Artikel 7 Beëindiging, inhouding en terugvordering van leefgeld

  • 1.

    Het leefgeld wordt beëindigd met ingang van de eerstvolgende maand wanneer de belanghebbende:

    • a.

      netto inkomsten uit arbeid of uitkering ontvangt die hoger zijn dan 115% van het leefgeld waar het gezin recht op heeft;

    • b.

      verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning;

    • c.

      de Nederlandse nationaliteit heeft of een gezin vormt met iemand met de Nederlandse nationaliteit;

    • d.

      in detentie verblijft;

    • e.

      geen recht heeft op tijdelijke bescherming op grond van artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming;

    • f.

      28 dagen niet op de opvang is verschenen zonder dit als wijziging te melden.

  • 2. Indien het netto-inkomen lager is dan 115% van het voor hem geldende leefgeld, kan het leefgeld gedeeltelijk worden ingehouden, conform artikel 2b van de RooO.
  • 3.

    Indien ten onrechte leefgeld is verstrekt als gevolg van schending van de inlichtingenplicht (artikel 2a RooO), wordt het teveel ontvangen bedrag teruggevorderd.

  • 4.

    Voor de invordering van de eigen bijdrage wordt gehandeld volgens de bepalingen in artikel 8a van deze beleidsregels.

 

Artikel 8 Eigen bijdrage

  • 1.

    Volwassen ontheemden in gemeentelijke opvang zijn maandelijks een eigen bijdrage verschuldigd voor:

    • a.

      exploitatiekosten van de opvanglocatie;

    • b.

      catering, indien op de locatie maaltijden worden verstrekt.

  • 2.

    De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld conform artikel 8, tweede lid, van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO), zoals die luidt op het moment van toepassing.

  • 3.

    De bijdrageplicht geldt indien de ontheemde:

    • a.

      inkomsten uit arbeid of loondervingsuitkering ontvangt;

    • b.

      niet binnen twee weken voldoet aan een verzoek om inkomens- of gezinsgegevens te verstrekken;

    • c.

      inkomsten heeft verzwegen die van invloed zijn op het recht op opvang of leefgeld.

  • 4.

    De volledige eigen bijdrage wordt opgelegd wanneer het netto-inkomen van de ontheemde hoger is dan 115% van de som van het voor hem geldende leefgeld en de eigen bijdrage.

  • 5.

    Bij een lager inkomen wordt geen bijdrage opgelegd.

  • 6.

    Minderjarige gezinsleden zijn niet bijdrageplichtig. Volwassen kinderen worden beschouwd als een afzonderlijk gezin.

 

Artikel 8a Invordering eigen bijdrage

  • 1.

    Indien de belanghebbende de bij beschikking opgelegde eigen bijdrage niet binnen de gestelde termijn voldoet, wordt deze bijdrage aangemerkt als een civielrechtelijke vordering van de gemeente op de belanghebbende.

  • 2.

    De gemeente probeert de vordering in eerste instantie minnelijk te innen door middel van een schriftelijk verzoek tot betaling, gevolgd door een aanmaning. De aanmaning voldoet aan de eisen uit de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK).

  • 3.

    Indien betaling na aanmaning uitblijft, kan het college besluiten om de vordering te innen via een civielrechtelijke procedure bij de kantonrechter.

  • 4.

    Bij een toewijzend vonnis wordt het vonnis ten uitvoer gelegd door een gerechtsdeurwaarder, die namens de gemeente beslag kan leggen op loon, uitkering, bankrekening of andere verhaalsmiddelen van de belanghebbende, conform de regels uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 5.

    Alle redelijke kosten die voortvloeien uit de invordering, waaronder gerechtelijke kosten, buitengerechtelijke incassokosten en kosten van tenuitvoerlegging, kunnen op de belanghebbende worden verhaald, mits voldaan is aan de daarvoor geldende wettelijke vereisten.

  • 6.

    In het geval van blijvend onvermogen of bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het college leiden tot een schrijnende situatie, kan het college besluiten af te zien van (verdere) invordering of toepassing geven aan de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 9.

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1.

    De burgemeester kan besluiten om tijdelijk af te wijken van deze beleidsregels wanneer specifieke individuele omstandigheden van dien aard zijn, dat een strikte toepassing van de beleidsregels tot een schrijnende situatie leidt of een schrijnende situatie laat voortduren.

  • 2.

    De hardheidsclausule kan ook worden toegepast op situaties waarin niet wordt voorzien in de Regeling dan wel deze beleidsregels.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels leefgeld en eigen bijdrage Oekraiense vluchtelingen gemeente Hardenberg”

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg d.d. 7 oktober 2025.

Secretaris, Burgemeester,

BM. de Vries M.W. Offinga