Vooral in het voorjaar is het belangrijk om maaien nog even uit te stellen. In mei hebben insecten minder keuze uit bloemen dan in de zomer. De paardenbloem is bijvoorbeeld een welkome voedselbron. Geef deze een kans om te bloeien. U kunt tot tien keer meer bijen aantrekken door het gras niet elke week te maaien, maar om de 3 à 4 weken!
Dit doen wij!
Sinds een paar jaar passen wij een ander maaibeheer toe. Het zogenaamde ‘sinusbeheer’. In plaats van een heel veld in één keer te maaien, delen wij het op in stukken die om de paar weken gemaaid worden. Dat levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van de soortenrijkdom in onze gemeente.
Meedoen in uw eigen tuin
Wilt u zelf aan de slag? We geven u zes maaitips:
- Kies de juiste maaiplek. Maai alleen een strook kort voor de looppaden. Laat de plek die u niet maait het liefst in de volle zon staan (insecten houden van warmte).
- Maai creatief. Wie zegt dat alles strak moet? Maai het gazon in figuren (bijvoorbeeld een cirkel of rechthoekige stroken). Als u elke keer een ander stukje van de tuin maait, creëert u verschillende lengtes in uw gras en dus verschillende plekjes voor insecten.
- Gebruik geen pesticiden en bemesting. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn schadelijk en verstoren het evenwicht in de bodem. Zonder is gezonder, voor uw tuin en voor uzelf. Als u niet bemest zal de groei van uw gazon vertragen en krijgen bloemen meer kansen!
- Speel met de lengte van uw gras. Probeer eens te maaien op een hogere stand. Langer gras is beter bestand tegen droogte en mosvorming.
- Zaai een bloemenmengsel. U kunt sneller meer bloemen krijgen door hier en daar één vierkante meter gras te verwijderen en bloemen in te zaaien of te planten. Zo hoeven de bloemen de concurrentie met het gras niet aan te gaan.
- Plant (gifvrije) bloembollen. Plant in het najaar (gifvrije) bloembollen zoals krokussen, sneeuwklokjes en narcissen. Ze zullen bloeien in het vroege voorjaar en voedsel bieden voor de hommels, want dat zijn de vroegste vliegers.