Een boek vol herinneringen

Toen Herman Schroer in 2013 zijn familieboek uitbracht, had hij daar ruim twee jaar werk in zitten. Wat begon als een zoektocht naar zijn stamboom, groeide uit tot een verzameling van tientallen familieverhalen, anekdotes en oorlogservaringen. “Ik wilde iets om handen hebben”, vertelt Herman. “Door gesprekken met familieleden kwam er steeds meer boven water.”

In 2013 bracht hij daarom ‘Van Mardink, naar Leeuwe, naar Schroer’ uit. Dit boek is niet zomaar een opsomming van namen. Het zijn verhalen van gewone mensen in soms ongewone tijden. “Sommige verhalen kwamen uit Amerika, van verre familieleden. Andere kreeg ik zomaar in de schoot geworpen. Zoals van een oude man die langskwam met een stapel papieren. Bleek hij ook familie te zijn.”

Indrukwekkende verhalen

Een van de verhalen die Herman raakte, gaat over zijn opa, die in de oorlog onderduikers hielp. Een militair werd bij hen ondergebracht, maar werd verraden. De SD haalde hen op. “Mijn familie dacht: we zien opa nooit meer terug”, vertelt Herman. Maar een paar dagen later kwamen ze allebei lopend thuis. “Wat hij heeft meegemaakt, heeft hij nooit verteld. Dat soort stiltes zeggen misschien wel het meest.”

Jeugdherinneringen

Het boek bevat ook levendige jeugdherinneringen, zoals die van familielid Lucas Bolks (1929-2009). Hij beschrijft hoe de oorlog voor kinderen een mix was van verwondering en gevaar: “We keken vaak naar bommenwerpers die in formaties overvlogen. Eén keer zagen we er een neerstorten in Loozen. Een andere werd boven ons huis geraakt en stortte neer op een boerderij.” 

Later beschrijft hij hoe hij als kind op een bietenhoop ging staan om beter te kunnen kijken naar overvliegende vliegtuigen. Totdat een jager op hen afkwam. “We konden nog net wegvluchten.”

Gesneuvelde soldaten

Ook Hermanna Bril-Schroer (1922-2010) vertelt in het boek over haar ervaringen. Iets te vroeg dacht zij dat ze bevrijd waren. Plots bevond ze zich met haar gezin midden in een vuurgevecht. Ze schuilden bij familie Gerrits in de Brandweg, in Heemse. Haar dochter lag in de kinderwagen, waarop zelfs werd geschoten. “We kenden de Duitse soldaten die bij het gevecht sneuvelden. Ze waren ingekwartierd in het dorp. Ook zij werden gestuurd en nu lagen ze dood in de slootwal. Toen zag ik pas hoe wreed oorlog echt is.”

Een ander bijzonder fragment komt van Hendrikje Kampman (1916-2008). Zij herinnerde zich hoe Joodse dwangarbeiders in kamp Molengoot de sloot naast hun huis groeven. “We gaven ze soms stiekem eten”, vertelt ze. “Dat was gevaarlijk, maar we konden het niet laten. Later hoorden we dat ze allemaal zijn vergast. Dat blijft me bij.”

Samenhangend geheel

Herman bracht deze en nog veel meer familieverhalen bij elkaar, en verweefde ze met de stamboom. “Het lastigste was om alles aan elkaar te verbinden. Soms ging je ineens twintig jaar vooruit in de tijd.” Toch wist hij het tot een samenhangend geheel te maken, compleet met foto’s en originele documenten.

Hij drukte 300 exemplaren. Familieleden waren onder de indruk. Herman weet dan ook zeker: dit boek heeft waarde, niet alleen voor zijn familie, maar ook als levend document van lokale geschiedenis. “Er hadden nog meer verhalen in gekund. Misschien moet er ooit een deel twee komen.”