Toen het huis moest wijken

Sommige plekken dragen de sporen van het verleden. Zelfs als die op het eerste gezicht verdwenen lijken. Huizen worden herbouwd en bomen groeien verder, maar de verhalen blijven. In Diffelen leeft zo’n verhaal voort in het huis van Wim en Mientje Flim. Hun huis behoorde ooit toe aan Wims opa, Egbert Hofsink. Een huis dat vlak voor het einde van de oorlog in vlammen opging.

Egbert Hofsink, ook wel Assen Eb genoemd, was de laatste veerman van Diffelen. “Ik heb mijn opa nooit gekend”, vertelt Wim. Hij overleed in 1946, voordat Wim geboren was. Alle verhalen over zijn opa leerde hij van zijn moeder. “Mijn opa woonde hier met zijn twee ongehuwde dochters, onder wie mijn moeder.”

In vlammen op

In de laatste dagen van de oorlog verscholen Duitse soldaten zich in het huis van Egbert. Ze wilden overzicht houden op de brug bij Mariënberg en vreesden dat de Canadezen via die route zouden binnenkomen. “Op bevel van de Duitsers moesten ze het huis verlaten”, vertelt Wim. “Ze vonden onderdak bij een familie verderop.”

Vanaf dat logeeradres kreeg de familie te horen dat hun huis waarschijnlijk beschoten zou worden. En dat gebeurde ook. De Canadezen hadden er genoeg van. Ze zetten een tank neer op de kruising bij Mariënberg. “Na twee schoten stond het hele huis in lichterlaaie. Alles ging in vlammen op”, vertelt Wim. “Mijn opa zag het branden, hoorde ik van mijn moeder. Hij stond erbij en barstte in tranen uit. Hij was er kapot van en heeft het nooit verwerkt.”

Wederopbouw

Het huis was volledig verwoest. Alleen de fundering zat nog in de grond. “Met de overgebleven stenen van het oude huis is later de schuur gebouwd. Die staat hier nog altijd achter ons huis”, wijst Wim. Zijn moeder, tante en opa moesten nog jaren in een noodwoning wonen op het erf. “Uiteindelijk overleed mijn opa op 10 april 1946. Een jaar na de oorlog.”

In 1951 werd het huis van de familie Hofsink herbouwd, met hulp van de wederopbouw. Wims moeder is hier toen weer komen wonen. “Sinds 1981 woon ik er zelf, met mijn vrouw. We hebben er later nog een deel bij aangebouwd. Daar woont nu een van onze dochters.”

De lindeboom

Een stille getuige van wat er gebeurde, staat nog altijd achter het huis. “Dat is de oude lindeboom”, zegt Wim. Die boom verbrande van binnenuit nadat het huis beschoten werd. Hoewel de boom voorgoed beschadigd raakte, groeide hij altijd door. “Voorheen vond je hier nog weleens bomscherven. Maar inmiddels is de boom het laatste zichtbare spoor van de oorlog.”

Hoewel Wim zijn opa nooit heeft gekend leeft zijn verhaal voort in de plek zelf. In het herbouwde huis, in de herinneringen van de familie, en in de oude lindeboom die nog altijd getuigt van de dag dat alles in vlammen opging.