Fietsend langs sporen van de oorlog

Op 5 april 2020, 75 jaar na de bevrijding van Bruchterveld, organiseerde de Bruchterveldse Jan Ribberink een bijzondere fietstocht. De route leidde langs plekken waar de oorlog tastbare sporen had nagelaten. Onderweg vertelde Jan verhalen die anders misschien vergeten waren.

De tocht begon bij de Heujmansbelt. Al snel volgde een eerste indrukwekkende locatie: de Breeslootdijk. Hier stortte op 1 april 1945 een vliegtuig neer. Boerman en enkele buren haalden een lichaam uit het wrak en legden het in een kist. Een dag lang stond die in stilte op de deel. De piloot, Donald Peter Drummond, werd tijdelijk begraven bij de kerk De Ark in Bruchterveld.

De man die toestemming had om het neergestorte vliegtuig te bergen, had geen interesse in de munitie die nog aan boord lag. Hij gooide die daarom in een bosje op de heide. Later brak daar brand uit, waardoor de achtergelaten munitie ontplofte.

Werkkamp Balderhaar

Iets verderop volgde het herdenkingsmonument bij het voormalige werkkamp Balderhaar. Hier bracht bakker Otten nog brood heen voor de arbeiders, wist Ribberink te vertellen. De fietstocht volgde het pad waar op 10 april 1945 Poolse soldaten de grens overstaken. Iets verderop kwam een bevrijdingstank vast te zitten in de modder. Met de hulp van enkele jonge dorpsgenoten werd hij weer op gang geholpen.

Anekdotes volgden elkaar op. Zoals dat ene tragische bevrijdingsfeest aan het einde van de Hoopsteeweg. Twee jongens uit Bergentheim werden dodelijk getroffen toen een geweer, meegenomen door feestende grenswachten, per ongeluk afging. Het feest sloeg om in verdriet en schuld. De grenswachten kregen de opdracht 24 uur op de plek des onheils te blijven. Als straf, maar ook als herinnering.

Kinderen in de oorlog

Kinderen speelden een onverwachte rol in de verhalen en in de oorlog. Ze mochten met ‘Noppers’ op de kar meerijden, maar moesten dan wel bij NSB-huizen uit volle borst het Wilhelmus zingen. De kinderen van de familie Drenthen klommen in bomen om vanuit de toppen de bevrijders te zien naderen bij Venebrugge. En op het rustpunt bij Ter Wijlen deelden soldaten repen chocola en boterhammen met jam uit aan hongerige kinderen.

Ook onderduikers kregen een gezicht. Zoals bij Veneman aan de Kuilenweg, waar zich een geheime schuilplaats bevond in een draaibare wand in het toilet. Of in de stal van Weerts, waar vijftien mensen verborgen zaten achter een wand bij de stieren. Veilig, want daar durfde geen Duitser te komen.

Rauwe verhalen

Sommige verhalen waren rauw. Zoals het verhaal van een NSB’er die in de sloot werd gegooid en voor dood werd achtergelaten. Hij was alleen niet dood, wat leidde tot een razzia (strooptocht) in het dorp. Mensen verstopten zich dagenlang in de rogge, of kropen over de Broekdijk naar verre onderduikadressen.

De fietstocht eindigde zoals hij begon: met herinneringen. Jan Ribberink haalde met deze route niet alleen oude verhalen naar boven, maar gaf ze ook een plaats in het landschap. De oorlog ligt nog steeds verborgen in de velden, achter schuren en onder bomen. Als je goed kijkt, zie je het verleden nog steeds.