De noodlottige missie van ‘Maid to Order’
In de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog voerden de geallieerden zware luchtaanvallen uit op Duitsland. Op 16 februari 1945 vertrokken meer dan 1.000 Amerikaanse bommenwerpers richting het Ruhrgebied. Een van hen was de ‘Maid to Order’, een B-17 bommenwerper met negen bemanningsleden. Hun missie: het bombarderen van een olieraffinaderij in Gelsenkirchen.
De aanval slaagde, maar op de terugweg werd het toestel geraakt door Duits luchtafweergeschut. De rechtervleugel vatte vlam. Boven het Nederlandse luchtruim ontdekte de staartschutter een brandstoflek. De bemanning probeerde Engeland te bereiken, maar dat bleek onmogelijk. In de buurt van Dedemsvaart besloten ze te springen.
Crash in Colenbranderbos
Zeven van de negen mannen sprongen met een parachute uit het toestel. Piloot Ernest Hansen bleef zo lang mogelijk aan boord, om zijn bemanning de tijd te geven. Toen hij zelf sprong, raakte zijn parachute beschadigd door brandende brokstukken van het vliegtuig. Hij kwam om het leven. Twee andere bemanningsleden, Del Torto en Brunson, konden het vliegtuig niet verlaten en stierven bij de crash.
Het toestel stortte neer in het Colenbrandersbos bij Dedemsvaart. Zes bemanningsleden overleefden de sprong. Vijf van hen werden afgevoerd naar Duitsland. Eén van hen, James Morrison, wist met hulp van dappere Nederlanders onder te duiken. Alle zes overleefden de oorlog.
Zoeken tussen wrakstukken
De 11-jarige Johan Redder uit Dedemsvaart zag de crash met eigen ogen. Hij zag parachutes neerkomen en hoorde de klap van de explosie. Johan, die eerst aan de grond genageld stond, twijfelde daarna geen moment. Hij rende naar de plek waar het toestel was neergestort.
Niet veel later bereikte Johan met een paar vrienden het wrak. Overal lagen spullen verspreid: papieren, chocolade, munitie, en een stuk van een mitrailleur. Terwijl het voorste deel nog brandde en knallen klonken, nam Johan een boek mee uit een plunjezak. Dat er in het staartgedeelte twee verongelukte mannen lagen, wist hij niet.
Brieven naar Amerika
Het boek dat Johan meenam, bevatte brieven van een van de bemanningsleden. Dankzij deze brieven kon er later contact gelegd worden met James Morrison, de bommenrichter van het toestel. Zo begon een bijzondere briefwisseling.
Na zijn landing werd hij gevangen genomen, maar eind april 1945 bevrijdden landgenoten hem in Duitsland. Uit dankbaarheid stuurde zijn moeder voedselpakketten en kleding naar Nederland. De correspondentie duurde tot 1948, toen het contact stilviel.
Verhaal in leven houden
Pas in 1988 liet Morrison opnieuw iets van zich horen. Hij was inmiddels met pensioen en zocht weer contact met Johan. In 1990 kwam hij op bezoek in Nederland. Samen bezochten ze de plek van de crash en spraken over wat er was gebeurd. Het contact bracht een nieuwe stroom verhalen op gang. Johan en zijn broer Herman Redder besloten de herinnering levend te houden. Herman dook in de levens van alle negen bemanningsleden en legde hun verhalen vast.
Op 16 februari 1995 plaatsten Johan en Herman een klein monument in het bos bij Dedemsvaart. Op die plek kwam het toestel neer en verloren drie bemanningsleden het leven. Het monument herinnert aan hun noodlottige missie en aan de moed van de jonge mannen, die hier ver van huis vochten voor vrijheid.