Smit, Lucas

Smit, Lucas

Lucas Smit (geboren 2 april 1917) woonde bij zijn ouders op Keiendorp bij Lutten. Hij was knecht bij een boer/tuinder. Op een dag moest hij voor een boodschap naar de smid in Slagharen. De dag daarvoor was een Duitse soldaat bij een overval van zijn wapens beroofd. Tijdens een razzia werd ter vergelding een aantal mensen opgepakt, onder wie Lucas. Hij was gekleed voor zijn werk: in overal en op klompen, en had geen persoonsbewijs bij zich. Zij werden weggevoerd naar het kamp 'Ten Arloo' tussen Zuidwolde en Hoogeveen. Lucas' vader is daar de volgende dag nog heen gegaan met kleding en een deken.

Via Amersfoort is Lucas uiteindelijk terechtgekomen in een kamp in Duitsland: in kamp Peres-Böhlen, ongeveer dertig kilometer ten zuiden van Leipzig. Het was een zogenaamd 'Arbeitserziehungslager', een strafkamp voor dwangarbeiders, met de veel te mooie (bij)naam Alpenrose. Onderweg kon hij nog een kaart aan zijn ouders uit de trein gooien. Via een beambte bij de spoorwegen kregen de ouders op Keiendorp dit bericht. Begin december 1944 overleed Lucas in het kamp aan difterie. Met hulp van het Rode Kruis slaagde de familie erin om Lucas na de oorlog in Lutten te herbegraven.