Hagen en struiken
Struiken worden afhankelijk van het type en omstandigheden om de twee jaar, of om de zes jaar gesnoeid. Bosplantsoen wordt één keer in de zes jaar grof gesnoeid. Na drie jaar wordt er licht gesnoeid om dominantie van bepaalde soorten te voorkomen.
Het onderhoud van het groen is slim op elkaar afgestemd. Personeel en machines worden daarbij zo efficiënt mogelijk ingezet. De gemeente zorgt er hierbij voor dat al het groen periodiek aan de beurt is voor onderhoud. Hoe vaak een groenstrook of beplanting wordt onderhouden, is afhankelijk van het type beplanting.
We snoeien maar een deel van elk vak. Hiermee voorkomen we kale plekken. Ook ziet het beeld er door de jaren meer eenvormig uit.
Bodembedekkers
Bodem bedekkende beplanting wordt één keer per twee jaar in de winter gesnoeid. Het snoeien gebeurt machinaal, op een hoogte van ongeveer dertig centimeter.
Bodembedekkers zijn vaste planten die de bodem (bijna) volledig bedekken. De meeste planten zijn lager dan 75 centimeter, met soms een uitschieter naar boven.
Heesters
Heester snoeien we alleen als ze zorgen voor overlast.
Hagen
Hagen worden twee keer per jaar geknipt. Een haag is een gesloten rij of blok van struikachtige beplanting die in een bepaalde vorm wordt geknipt of gesnoeid.
Bomen en struiken
Houtwallen en struwelen worden op een meer natuurlijke manier onderhouden. Deze beplanting, in het buitengebied, bestaat vooral uit bomen en struiken. Bomen kunnen als solitair voorkomen en er is een kruidachtige onder begroeiing aanwezig.
Bosplantsoen
Het bosplantsoen met inheemse struiken wordt natuurvriendelijk onderhouden. Dat geldt ook voor de vijverranden. Het openbaar groen wordt nagenoeg zonder chemische middelen onderhouden.
Heeft u toch nog opmerkingen over het groen, bijvoorbeeld overhangend groen dat voor verkeersonveilige situaties zorgt? Dan kunt u dat melden bij het Meldpunt Openbare Ruimte.