Historie synagogen in Hardenberg

Op de kruisingen van de Voorstraat en Oosteinde met zijwegen bevinden zich grote hardstenen ovalen in het wegdek. Op deze ovalen wordt een deel van de geschiedenis van de stad Hardenberg weergegeven. In nauw overleg met de Historische Vereniging Hardenberg zijn teksten vastgesteld die in de ovalen zijn gegraveerd. Zo is er aandacht besteed aan het verkrijgen van de stadsrechten in 1362 en de fatale brand die Hardenberg in 1708 nagenoeg geheel in de as legde. Verder wordt stilgestaan bij de voorloper van Hardenberg, het stadje Nijenstede.

Een bijzondere gedenksteen is aangebracht in het wegdek voor de winkel van Martin Menswear aan de Admiraal Helfrichstraat. Voor de entree van de kledingzaak - in het wegdek - is een fragment van een ovaal geplaatst, met daarin de tekst die herinnert aan de synagogen die voorheen in onze stad hebben gestaan. Tot aan de Tweede Wereldoorlog woonde een redelijk grote joodse gemeenschap in Hardenberg. Van 1903 tot 1980 stond op deze plek het laatste - derde - gebedshuis van de joden. De synagoge is in 1980 afgebroken en maakte plaats voor nieuwbouw van een woon-/winkelhuis.

De onthulling van de gedenksteen gebeurde door Opperrabijn Jacobs uit Amersfoort.

Historie synagogen in Hardenberg

De eerste synagoge stond aan de noordzijde van het Oosteinde. Uit archieven blijkt dat Philip Jonasz - die voor het eerste de familienaam Bromet aannam - in 1803 'de synagoge kocht van Mozes Hompesz en diens huisvrouw Hendrika Isaacs'. Aangenomen mag worden dat de synagogediensten in een particulier huis werden gehouden. In 1816 woonden er 16 joden in Hardenberg. Rond 1824 werd Hardenberg erkend als een zelfstandige joodse gemeente binnen het kader van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. Voordien hoorde de gemeente bij Deventer.

De synagoge werd al gauw te klein en daarom betrok de joodse gemeenschap in 1855 een nieuw gebedshuis aan de zuidzijde van de straat (zei foto hierboven). Deze synagoge werd bijna een halve eeuw later afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw, dat op 19 januari 1903 werd ingewijd. Boven de ingang was een steen aangebracht waarop naast het jaartal 5663 in het Hebreeuws de tekst 'Doet mij de poorten der gerechtigheid open; ik zal inkomen om de heer te loven' was geschreven.

Drie jaar na de oorlog werd de synagoge gekocht door de gereformeerde kerk Hardenberg. In 1948 werd het als jeugdgebouw in gebruik genomen. In 1972 verkocht de kerk het pand aan een particulier en kreeg het een winkelbestemming (koffiebar voor jongeren en babywinkel Bambino). De beleggingsmaatschappij Wijnand uit Dieren kocht het in 1979 en vroeg vrijwel meteen toestemming tot sloop. Zowel Culturele Raad als VVV en andere belanghebbenden pleitten voor behoud en aanwijzing als rijksmonument. De gemeente kreeg vele brieven waarin werd geprotesteerd tegen de afbraak. In één zo'n brief stond: 'het volgende geslacht zal het ons kwalijk nemen dat de synagoge wordt gesloopt'. Het gebouw bevond zich op het laatst in een uitermate bouwvallige staat. Het College van B&W besloot unaniem toestemming te verlenen aan de sloop. Ondanks protesten uit de samenleving was de voormalige sjoel (synagoge) op 3 juni 1980 geheel afgebroken. Bij notariële akte was vastgelegd dat bij eventuele sloop de originele gevelsteen behouden moest blijven. Uiteindelijk werd de steen opgenomen in de collectie van het plaatselijk museum. Daar worden ook diverse voorwerpen uit de synagoge bewaard, zoals een grote koperen kroonluchter, een geborduurd doek in de vorm van een vaandel met Hebreeuws opschrift, een grote ingelijste spreuk (Hebreeuws), diverse gebedsriemen en enkele kleine wandteksten.

Vervolg

Al aan het begin van de achttiende eeuw woonden enkele Israëlitische gezinnen in Hardenberg. Ze bekleedden in de loop der tijd diverse publieke functies als raadslid, wethouder en markenrichter. De gemeenschap groeide uit tot zo'n negentig zielen. De doden begroeven ze op het Jodenbergje, gelegen op 't Holt, in 't stroomdal van de Vecht. In 1902 werd een nieuwe joodse begraafplaats aangelegd in de nabijheid van het protestantse kerkhof Nijenstede (thans aan het Mulopad).

Nagenoeg de gehele joodse gemeenschap van Hardenberg werd tijdens de Tweede Wereldoorlog omgebracht in Duitse concentratiekampen. Een markant man was Emanuël Israëlsz de Bruin. Hij werd op 13-jarige leeftijd benoemd tot koster van de synagoge en hij oefende die nevenfunctie maar liefst zeventig jaar lang uit. Naast deze bekende familie De Bruin kende Hardenberg de joodse geslachten Blein, Bromet, Frank, Kropveld, Leman en Roos.

Ga voor meer informatie over de Joodse gemeenschap in Hardenberg naar de website van het Joods Historisch Museum.