Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Hardenberg

Originele publicatie downloaden:

Link naar originele publicatie:

Type bekendmaking:

beleidsregel

Publicatiedatum:

14-02-2022

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Hardenberg

Inleiding

In de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) staat dat gemeenten een beleidsplan (nota) moeten opstellen. In dit plan beschrijven gemeenten op welke manier zij schuldhulpverlening bieden aan inwoners en hoe zij inwoners helpen om problematische schulden te voorkomen. Binnen de gemeente stelt de gemeenteraad het plan vast voor een periode van maximaal vier jaar. Het college is verantwoordelijk voor het uitvoeren van dit plan. De consulenten schulddienstverlening voeren namens het college de taak van vroegsignalering en de toegang tot schuldhulpverlening uit.

In 2019 heeft de gemeenteraad van Hardenberg het beleidsplan ‘Een eerlijke kans voor iedereen 2020-2024’ vastgesteld. In bijlage 5 van dit beleidsplan is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening opgenomen. Om duidelijk te maken welke rechten en plichten inwoners in het kader van schuldhulpverlening hebben, worden deze beleidsregels opgesteld. Daarnaast beschrijven de regels welke bevoegdheden de consulenten hebben.

Besluit

Vast te stellen de beleidsregel ‘Schuldhulpverlening gemeente Hardenberg”.

Artikel 1 Uitleg van de begrippen

Awb	Algemeen wet bestuursrecht
Beschikking	Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan
College	Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg
Consulent schuldhulpverlening	Medewerker van de gemeente Hardenberg die gespecialiseerd is in schuldhulpverlening
Inwoner	Persoon die ingeschreven staat bij de gemeente Hardenberg op grond van de Wet Basisregistratie Personen (BRP)
Kredietbank Nederland	Gecontracteerde partij voor de uitvoering van schuldhulpverlening
Maatwerk	Een werkwijze die past bij de inhoud van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problemen en de gezinssamenstelling. Deze werkwijze kan per situatie verschillen.
NAW-gegevens	Gegevens over de naam, adres en woonplaats van een inwoner.
Plan van aanpak	In het plan van aanpak staat welke stappen de consulenten en de schuldenaar zetten om te komen tot een schuldbemiddeling.
Schuldhulpverlening	Het uitvoeren van diensten gericht op het voorkomen, oplossen of beheersen van schulden.
Schuldregelingsovereenkomst	De overeenkomst waar de rechten, verplichtingen en voorwaarden van de inwoner en de consulenten zijn opgenomen.
Vroegsignalering	Het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van inwoners met financiële problemen om vroegtijdige schuldhulpverlening mogelijk te maken
Wgs	Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Artikel 2. Uitvoering

De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door:

1.
de gemeentelijke afdeling MD – team werk & inkomen, cluster schulddienstverlening
2.
een gemandateerde organisatie voor schuldhulpverlening: Kredietbank Nederland

Artikel 3. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Hardenberg die 18 jaar of ouder zijn.

Artikel 4. Aanbod gemeentelijke schuldhulpverlening

1.
Schuldhulpverlening wordt aangeboden aan de hand van de uitgangspunten zoals bijschreven in bijlage 5 van het beleidsplan ‘Een eerlijke kans voor iedereen 2020-2024’.
2.
De volgende middelen kunnen worden ingezet:
- a.
  
  Intakegesprek
  
  Het eerste gesprek die wordt gevoerd met de inwoner over schuldhulpverlening
- b.
  
  Crisisinterventie
  
  Voorkomen van huisuitzetting en/of afsluiting van NUTS voorzieningen
- c.
  
  Informatie en advies aan ketenpartners
  
  Onder andere aan Samen Doen, Raad en Recht en Humanitas Thuisadministratie
- d.
  
  Voorlichting
  
  Uitleg over het voorkomen van schulden en wat er gedaan kan worden om schulden op te lossen op scholen of aan vrijwilligers
- e.
  
  Plan van aanpak
  
  In het plan van aanpak wordt opgenomen wat de beginsituatie van de inwoner is, welke schuldhulpverlening er wordt ingezet en wat het doel is
- f.
  
  Minnelijke regeling
  
  Een regeling overeenkomen met schuldeisers om de schulden af te lossen en een gedeelte kwijt te schelden
- g.
  
  Saneringskrediet
  
  Schulden worden afgelost middels een saneringskrediet, inwoner betaald dit krediet vervolgens af.
- h.
  
  Schuldhulpverlening aan ondernemers (Kredietbank Nederland of RBZ)
  
  Als een ondernemer schulden heeft wordt er doorverwezen naar contactpersoon Avedis
- i.
  
  Budgetbeheer
  
  Beheer van het inkomen, tegen betaling, door een onafhankelijke derde
- j.
  
  Beschermingsbewind
  
  Onafhankelijke derde die de financiële huishouding overneemt
- k.
  
  Nazorg
  
  Na uitstroom uit bovengenoemde interventies kan nog hulp worden aangeboden, bijvoorbeeld bij het uitvoeren van betalingen of het op orde houden van administratie
3.
Er is altijd sprake van maatwerk welke vorm van schuldhulpverlening er voor de inwoner wordt ingezet.

Artikel 5. Schuldeisers vroegsignalering

1.
Tot de schuldeisers die betalingsachterstanden melden behoren verhuurders van onroerende zaken die zijn bestemd voor bewoning (zoals wooncorporaties), zorgverzekeraars en water- en energiebedrijven.

Artikel 6. Doorlooptijden

1.
Het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld vindt plaats binnen vier weken nadat de inwoner een melding heeft gedaan bij de gemeente Hardenberg.
2.
Is er sprake van een dreigende (crisis) situatie, dan vindt binnen drie werkdagen na de melding het eerste gesprek plaats.
3.
De beschikking wordt binnen acht weken na het eerste gesprek afgegeven.
4.
Na het afgeven van de beschikking start de schuldenregeling binnen zes maanden.

Artikel 7. Intrekken melding schuldhulpverlening

1.
De inwoner kan een melding voor schuldhulpverlening schriftelijk en/of mondeling intrekken.
2.
De melding wordt schriftelijk afgehandeld met een brief. In de brief wordt bevestigd dat de melding voor hulp bij schulden is ingetrokken en dat de melding wordt afgesloten. Als de inwoner het hier niet mee eens is, kan hij/ zij hier binnen zeven kalenderdagen op reageren.

Artikel 8. Toekenning schuldhulpverlening

1.
De inwoner ontvangt een beschikking met een plan van aanpak, tenzij de inwoner zijn/haar melding voor schuldhulpverlening in de tussentijd heeft ingetrokken.
2.
Als er tijdens schuldhulpverlening budgetbeheer nodig is, wordt dit gedurende de loop van de schuldregelingsovereenkomst betaald door de gemeente;
3.
Als een schuldenregeling is geslaagd en de inwoner verhuisd buiten het werkgebied, dan blijft de schuldenregeling voortgang vinden in de overeenkomst tussen de inwoner en Kredietbank Nederland.
4.
Als een schuldenregeling niet is geslaagd en de inwoner verhuisd buiten het werkgebied, dan wordt de aanvraag beëindigd en kan de inwoner een nieuwe aanvraag doen in de gemeente waar hij naartoe verhuisd.

Artikel 9. Verplichtingen inwoner

1.
Bij de aanvraag heeft een inwoner een inlichtingenplicht op grond van de Awb (artikel 4.2) en de Wgs (artikel 6). Dit betekent dat de inwoner bij de aanvraag informatie en bewijsstukken moet aanleveren die noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag.
2.
Er wordt altijd maatwerk geleverd. Daar staat tegenover dat van de inwoner wordt verwacht dat hij/zij volledig meewerkt. Vanaf het moment dat de schuldhulpverlening is toegekend, heeft de inwoner een inlichtingen medewerkingsplicht op grond van artikel 6 en 7 van de Wgs. Dit betekent onder andere:
- a.
  Het tijdig inleveren van noodzakelijke informatie en bewijsstukken voor de schuldhulpverlening, dit tot het moment dat er geen nieuwe informatie meer nodig is;
- b.
  Afspraken nakomen, zoals onder andere vastgelegd in de schuldregelingsovereenkomst;
- c.
  Geen nieuwe schulden aangaan (onder andere door de inzet van budgetbeheer);
- d.
  Zich houden aan de bepalingen van het plan van aanpak en de schuldregelingsovereenkomst.

Artikel 10. Wanneer stopt de schuldhulpverlening?

1.
Komt de inwoner de verplichtingen (zoals genoemd in artikel 9.2) niet of onvoldoende na? Dan kan er besloten worden om de schuldhulpverlening te stoppen. De inwoner ontvangt dan een beschikking.
2.
Daarnaast kan er besloten worden om de schuldhulpverlening te stoppen als:
- a.
  Het traject van schuldhulpverlening succesvol is afgerond;
- b.
  De inwoner de beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken om de schulden af te lossen;
- c.
  Blijkt dat de inwoner schuldhulpverlening krijgt op grond van onjuiste gegevens;
- d.
  De inwoner zich misdraagt tegen de medewerkers die de schuldhulpverlening uitvoeren;
- e.
  De inwoner in staat is om zelf zijn schulden te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren of met hulp van een bewindvoerder;
- f.
  De geboden schuldhulpverlening niet (langer) passend is, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de inwoner;
- g.
  De schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk is;
- h.
  De inwoner verzoekt om stoppen dan wel intrekken van de schuldhulpverlening;
- i.
  De inkomens-, woon- of leefsituatie van de inwoner zo onzeker is dat schuldhulpverlening niet of nog niet mogelijk is;
- j.
  De vrijwillige schuldregeling niet geslaagd is en de inwoner geen gebruik wil maken van het wettelijk schuldregelingstraject (WSNP);
- k.
  De inwoner verhuist naar een andere gemeente vóór het aangaan van de schuldregelingsovereenkomst.
3.
Voordat wordt besloten de geboden schuldhulpverlening te beëindigen, krijgt de inwoner een redelijke termijn om alsnog de ontbrekende informatie in te leveren of medewerking te verlenen. Dit geldt alleen voor de beëindigingsgronden zoals genoemd in het eerste lid en in het tweede lid c + b beschreven.
4.
Een traject van schuldhulpverlening stopt van rechtswege bij het overlijden van de inwoner.

Artikel 11. Weigeren schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening kan geweigerd worden als de inwoner:

1.
Eerder schuldhulpverlening heeft gehad in het afgelopen jaar, gerekend vanaf einde vorige schuldhulpverleningstraject;
2.
Geen verblijfsstatus heeft;
3.
Geen inkomen heeft.

Artikel 12. opnieuw traject aanvragen (recidive)

1.
De situatie van de inwoner is leidend. Er wordt onderzocht waarom een eerder traject is afgebroken.
2.
Is er een niet verwijtbare oorzaak en/of geen kwade opzet, dan start de hulpverlening opnieuw, omdat de inwoner een positieve gedragsverandering heeft laten zien.
3.
Is duidelijk sprake van opzet of wil een inwoner niet meewerken? Dan kan een maatregel vanwege recidive van toepassing zijn. Een inwoner wordt in dit geval maximaal één jaar uitgesloten van schuldhulpverlening (artikel 11.1). De inwoner komt nog wel in aanmerking voor informatie en advies (voorlichting). Laat een inwoner een positieve gedragsverandering zien, dan kan er besloten worden de inwoner tussentijds toe te laten tot het hulpverleningstraject.

Artikel 13. Bezwaarmogelijkheden

De gemeentelijke schuldhulpverlening valt door de komst van de Wgs onder het regime van de Awb. Dat betekent dat inwoners bezwaar kunnen aantekenen tegen de beschikkingen die op basis van deze Beleidsregel zijn opgenomen.

Artikel 14. Hardheidsclausule

1.
Er kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afgeweken worden van de bepalingen in deze Beleidsregel. Dit kan worden gedaan als de toepassing van deze bepalingen leidt tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg voor een inwoner.
2.
Als sprake is van een situatie waarop deze regeling niet kan worden toegepast, beslist het college.