Bols, Albert

Op de begraafplaats in Bergentheim zijn op 27 april 1945 twaalf verzetsstrijders tijdens een zeer bijzondere plechtigheid herbegraven. Zij werden op 2 maart 1945 samen met 34 anderen bij Varsseveld als repressaile gefusilleerd.

Albert Bols, geboren op 19 december 1909 te Ambt Hardenberg. Hij was controleur bij de C.C.D, de Crisis Controle Dienst en had in die hoedanigheid ruime bewegingsvrijheid. Hij was vooral betrokken bij het onderduikerswerk en de illegale distributie van bonkaarten. Albert Bols is 35 jaar geworden.

11 januari 1945. In de loop van de avond werden Albert Bols en Mans Schuurman door de S.D. gearresteerd en meegenomen voor 'ondervraging'. Hun fietsplaatjes hadden de S.D. op hun spoor gezet, want ze hadden hun fietsen achtergelaten toen ze overhaast uit de pastorie van ds. C. Dijkhuis moesten vluchten, omdat er onraad dreigde. Dominee Dijkhuis was na een waarschuwing ondergedoken en het verzetstweetal Bols en Schuurman hielpen om waardevolle zaken uit de pastorie veilig te stellen. Een dag later werden de overige verzetsmensen aangehouden. Ze werden allemaal overgebracht naar kamp Erica bij Ommen. Rond 18 januari werd de groep gevangenen overgebracht naar het Huis van Bewaring te Almelo. Rond 8 februari werd de groep opnieuw overgeplaatst, nu naar de gevangenis 'De Kruisberg' te Doetinchem. Op 26 februari stuitten vier Duitse officieren bij toeval op een gewapende knokploeg van circa 25 mannen in de boerderij 'De Bark' in De Heurne bij Dinxperlo. De verzetsmensen zijn verrast en overmeesteren de Duitsers. Het zijn overtuigde Nazi's die het niet op een akkoordje met het verzet willen gooien. De verzettstrijders besluiten de gevangenen te doden door ophanging. Daarna proberen ze zich van de lijken te ontdoen door ze in de Duitse auto te vervoeren naar de plaats waar kort tevoren een bom is ingeslagen. Daar steken ze de auto in brand, zodat het geheel op een noodlottig ongeluk moet lijken. Het plan slaagt slechts gedeeltelijk.

Als de Duitsers de halfuitgebrande auto aantreffen, is er slechts een zeer summier onderzoek nodig om vast te stellen dat dit geen ongeluk is, maar dat de militairen door ophanging of wurging om het leven zijn gebracht. De woedende bezetters eisen wraak en willen dat de burgemeester vijftig mensen uit Varsseveld aanwijst om gefusilleerd te worden. De (NSB)-burgemeester weet gedaan te krijgen dat de Duitsers in plaats van burgers uit Varsseveld 'genoegen' nemen met een aantal politieke gevangenen uit 'De Kruisberg'.

Op 2 maart worden 46 gevangenen met vrachtauto's gereden naar de plaats waar de vier officieren ongeveer waren aangetroffen. In een korenveld achter de boerderij van de heer Kraaijenbrink worden ze door de executiemilitairen doodgeschoten. Boeren uit de omgeving worden gesommeerd de lichamen naar het kerkhof in Varsseveld te vervoeren waar ze in een door gemeentearbeiders gegraven massagraf ter aarde worden besteld. In de loop van zondag 4 maart dringt het bericht over de gebeurtenissen bij Varsseveld tot Bergentheim door. De ontsteltenis en droefheid is zeer groot. Op 26 april worden de lichamen opgegraven en geïdentificeerd door Arend Mulder en Jan Ormel, waarna ze zijn overgebracht naar Bergentheim.

In Bergentheim is een straat naar Albert Bols vernoemd, de Bolsstraat in de woonwijk Möllincksvaart.